
Kleur op TV in de jaren 50: Een blik op vroege kleurentelevisie
De televisiewereld van de jaren 50 was grotendeels zwart-wit, maar een verrassend aantal shows werd gefilmd in kleur. Vanwege het beperkte aantal kleurentelevisies in huishoudens destijds, werden kleurenseries vaak in zwart-wit gedistribueerd om productie- en transmissiekosten te verlagen. Alleen vooruitstrevende producenten, die de toekomstige dominantie van kleurentelevisie voorzagen, investeerden in het filmen van hun shows in kleur.
Verschillende opmerkelijke series uit de jaren 50 werden volledig in kleur geproduceerd, waaronder “The Cisco Kid”, “My Friend Flicka”, “Sergeant Preston of the Yukon”, “Judge Roy Bean” en “Northwest Passage”. Deze shows vertegenwoordigen een belangrijke mijlpaal in de televisiegeschiedenis.
Andere series, aanvankelijk geproduceerd in zwart-wit, gingen uiteindelijk over op kleur. “Adventures of Superman” bijvoorbeeld, nam kleur aan in het derde seizoen (1955), terwijl “The Lone Ranger” de overstap maakte in het laatste seizoen (1956-57). Zelfs langlopende western series zoals “Gunsmoke”, “Death Valley Days” en “Wagon Train”, die in de jaren 50 begonnen, omarmden uiteindelijk kleur in het volgende decennium.
“The Cisco Kid” was met name de eerste televisieserie die volledig in kleur werd gefilmd. Met Duncan Renaldo als Cisco en Leo Carrillo als Pancho, toonde de show twee Latijns-Amerikaanse helden die consequent tussenbeide kwamen om gewone mensen te helpen die met verschillende onrechtvaardigheden te maken kregen.
De show had actievolle verhaallijnen, frequente buitenopnames en een hoogwaardige ondersteunende cast, soms met bekende acteurs zoals Phyllis Coates en Peggy Stewart.
“My Friend Flicka”, geproduceerd door 20th Century Fox, onderscheidt zich als de eerste kleurentelevisieserie die door een grote studio werd geproduceerd. Gebaseerd op een Technicolor-speelfilm uit 1943, bood de serie boeiende verhalen over een jonge jongen en zijn paard.
“Science Fiction Theatre” produceerde opmerkelijk genoeg het eerste seizoen in kleur, terwijl het tweede seizoen terugkeerde naar zwart-wit vanwege budgettaire beperkingen. De serie onderscheidde zich door zich te richten op suggestieve sciencefictionthema’s in plaats van sterk te leunen op special effects.
“Sergeant Preston of the Yukon” combineerde studiosets met indrukwekkende buitenopnames van hondensleeën tegen besneeuwde landschappen. Het levendige rood van Prestons uniform van de Royal Canadian Mounted Police sprong er echt uit in kleur. De actievolle avonturen maakten het een favoriet onder kinderen.
Zelfs “The Gene Autry Show” sloot zich aan bij de gelederen van kleurentelevisie in het laatste seizoen (1955-56). De overgebleven kleurenafbeeldingen tonen een verrassend scherpe beeldkwaliteit, die een levendige glimp biedt van de gouden eeuw van de westerse televisie.
Deze kleurentelevisieprogramma’s uit de jaren 50 bieden een waardevol venster op de begindagen van kleurenuitzendingen en tonen de innovatie en artisticiteit van televisiepioniers. Ze blijven een bewijs van de blijvende aantrekkingskracht van klassieke televisie.