Wanneer werd de televisie uitgevonden?
De vraag “Wanneer werd de televisie uitgevonden?” is complexer dan het lijkt. De uitvinding van de televisie was geen enkele gebeurtenis, maar eerder een reeks doorbraken die decennia overspande. Hoewel een specifieke datum kan worden vastgesteld voor de eerste succesvolle elektronische televisie-uitzending, is de reis naar dat moment en de daaropvolgende ontwikkeling van televisie zoals we die nu kennen een veel langer verhaal.
Philo Farnsworth wordt algemeen beschouwd als degene die het eerste elektronische televisiebeeld, een simpele rechte lijn, uitzonde op 7 september 1927. Deze baanbrekende prestatie, gedemonstreerd aan de pers op 13 januari 1928, markeerde een cruciaal moment in de televisiegeschiedenis. Dit vroege systeem was echter verre van de commercieel haalbare technologie die later de wereld zou boeien.
In 1936 demonstreerde RCA een volledig elektronisch televisiesysteem met 343 lijnen en 30 frames per seconde, een significante stap naar een praktisch televisie-uitzendsysteem. Deze vooruitgang maakte de weg vrij voor het eerste grote televisie-evenement, de Olympische Zomerspelen in Berlijn, uitgezonden door Telefunken met behulp van RCA-apparatuur. In datzelfde jaar lanceerde de BBC op 2 november ’s werelds eerste openbare, reguliere televisiestation met hoge definitie, wat de ontwikkeling van televisietechnologie en -uitzendingen verder versnelde. Deze gebeurtenissen markeerden het begin van televisie als een haalbaar medium voor entertainment en informatieverspreiding.
De Wereldtentoonstelling van 1939 in New York City was een ander cruciaal punt in de geschiedenis van de televisie. David Sarnoff, president van RCA, onthulde de eerste commercieel openbaar toegankelijke televisie-uitzending en verklaarde: “Nu voegen we zicht toe aan geluid.” Tijdens de openingsceremonie van de beurs werd president Franklin D. Roosevelt de eerste president die op televisie verscheen.
De daaropvolgende jaren zagen snelle vooruitgang in televisietechnologie en -uitzendingen. De FCC autoriseerde commerciële uitzendingen in 1941, wat leidde tot de eerste televisiereclame, een advertentie van 10 seconden voor een horloge. De Tweede Wereldoorlog stopte de televisieproductie tijdelijk, maar onderzoek naar communicatie, met name radar, droeg uiteindelijk bij aan een verbeterd televisieontwerp. Na de oorlog steeg de verkoop van televisies en werd televisie steeds meer geïntegreerd in het Amerikaanse leven.
De late jaren 1940 en 1950 waren getuige van de uitbreiding van televisie-uitzendingen in de Verenigde Staten en de introductie van kleurentelevisie. Innovaties zoals kabeltelevisie en pay-per-view-diensten veranderden het televisielandschap in de volgende decennia verder. De introductie van digitale uitzendingen en high-definition televisie (HDTV) in de late 20e en vroege 21e eeuw markeerde de meest recente belangrijke mijlpalen in de voortgaande evolutie van de televisietechnologie. Van zijn bescheiden begin in een onderzoekslaboratorium tot zijn huidige status als een alomtegenwoordig wereldwijd medium, is de geschiedenis van de televisie een bewijs van menselijke vindingrijkheid en de blijvende kracht van visuele communicatie.